Ladiesday Galathea


Vlak voor het einde van het seizoen togen leden en familie van leden op zaterdag 14 september richting het Zutphense Bronsbergen. Een kleine traditie van de club, een dag in september waarop alleen vrouwen welkom zijn.

Onderduiken
En alleen vrouwen kwamen. Gea Westerink, Sinie Boelens, Danielle Kienhuis, Irma ter Hoek, Gerrie ter Hoek, Laura Brummelhuis en Odette van den Berg (ik) ontmoetten elkaar op de parkeerplaats van restaurant Bronsbergen. Hoewel de dag regenachtig van start ging, bleef het vanaf 14:00 droog. Het moment waarop we ons verzamelen in Bronsbergen. Gea, Sinie, Danielle en ik wilden een duik maken in de plas. Na een kleine inventarisatie besloten we om vanaf het strand het water in te lopen. Gea en Danielle als buddypaar en Sinie en ik samen. Gerrie zorgde voor de administratie op de kant en bewaarde voor ons de autosleutels.

We hadden er goed zicht op
Even bleek het spannend of Danielle wel zou kunnen duiken. Tijdens de keuring was haar internationaal-aansluiting eruit gedraaid en niet weer terug geplaatst! Gelukkig kon ze van de plaatselijke duikvereniging het ontbrekende stukje lenen. Fijn! Allemaal te water.

Bronsbergen is een leuke plas om te duiken. Hoewel mijn buddy en ik er beiden al eerder waren geweest, wisten we niet meer precies meer wat we moesten verwachten.  Ook omdat we beiden nog niet in dit stuk hadden gedoken. Ons duikplan; 7 meter aantikken, en dan tussen de 4 en de 5 meter 25 minuten rechtdoor, na 25 minuten rechtsomkeert en terug naar de kant. Het duikplan bleek eenvoudig, doch doeltreffend. Het zicht was prima, een meter of 5-6.  Het plan had op onze duikroute enkele leuke verrassingen in petto. Ook in deze plas ligt op ongeveer vier meter een oude auto. We zagen verder meerdere bouwwerken van hekken waartussen kleine visjes zaten verscholen. Hoewel we geen groot vis hebben gezien, zat er genoeg klein spul. Ook kwamen we het andere buddypaar, Gea en Danielle nog tegen. Altijd leuk!

It’s raining again
Na ongeveer 50 minuten kwamen Sinie en ik weer boven op de plek waar we eerder onder waren gegaan. Een meter of veertig verder in de plas zagen we ook de bubbels van Gea en Danielle dichterbij komen. Tijdens het aankleden bleek dat ook het andere buddypaar een fijne duik maakte. Gea had veel foto’s gemaakt met haar onderwatercamera. De foto’s in dit verslag zijn daar het bewijs van! Na het opruimen, afdrogen en aankleden, vlak voordat we de deuren van de auto’s weer dichtsloegen begon het weer te regenen. Een perfecte tijd om ons naar het restaurant te verplaatsen…

Waar we het stiekem voor deden
….want daar wachtte op ons de beloning waar we het eigenlijk allemaal voor deden. In het restaurant van Fort Bronsbergen stonden zeven stukken heerlijke appeltaart voor ons klaar. Gecombineerd met koffie, thee en goede gespreksonderwerpen bleek dit een ideale combinatie voor een gezellig en geslaagde “Ladiesday”. Het eerste rondje en de appeltaart kregen we van de club, Irma trakteerde ons op een tweede rondje om met ons te vieren dat ze het theoretische deel van haar redden specialisatie had gehaald! Na ongeveer twee uur besloten we om de dag af te sluiten en terug te rijden naar Almelo.

Ik heb ontzettend leuk gedoken met Sinie, ik kijk dan ook terug op een heerlijk relaxte, ontspannende dag met een gezellig afsluiter. Het was leuk om met dit clubje een middag weg te zijn. Ik ga volgend jaar zeker weer mee! Welke dames nog meer?

Pitch en Putt in Diepenheim.

Ons jaarlijkse evenement voor de grote dag met BBQ bestond er dit jaar uit dat we zouden gaan Pitch en Putten in Diepenheim.

Om 13.45 was iedereen aanwezig voor koffie/thee en krentenwegge. Alleen het bestellen had nogal wat voeten in de aarde omdat onze serveerster alles wel  kon onthouden. Boven de vijf werd het echter moeilijker.
Als je dan ook nog elf telt terwijl we maar met tien waren wordt het wel heel erg moeilijk.
Als dan ook nog een keer blijkt dat we later toch met elf zijn is de verwarring heel erg groot.
En op dat moment hadden we nog geen bal geslagen.

Na enige uitleg door onze gastheer konden we dan de baan op. Of liever gezegd werden we losgelaten om van de rust te genieten zoals het in de regels stond. 
Een enkele deelnemer van Galathea speelde met een handicap zoals dat bij deze sport heet.
Volgens team 1 was het Steven Trip die met de grootste handicap speelde want toen we er aan kwamen lopen sloeg Steven 4 keer over de extra kleine golfbal (handicap) alvorens dat ding ver voorbij de vlag te jassen (fore).

Langzaam maar zeker draaiden de 3 teams van Galathea warm en ging het aantal slagen om het balletje in de hole te krijgen omlaag. Zo scoorde Arjan Koppelman een hole in twee. En Stefanie had bijna een hole in one. Tenminste ze raakte de paal, er hing weliswaar geen vlag aan, de bal vloog door het net.  Het andere team kon net bukken anders had Stefanie een hole in one (off  them) geslagen. Hilariteit alom dus. En Wim Boks had best mee kunnen gaan want je kon onderweg ook nog vissen zoals Eric het deed. Op sommige greens hadden ze trouwens het randje om de hole omhhog laten lopen, want daar bleef het balletje verdacht vaak liggen of hij vloog er net langs heen of er zo weer uit.
Pitch en Putten saai, vergeet het maar als je met Galathea de baan op gaat. Dan blijkt pas hoe veelzijdig deze sport is en hoe snel Galatheanen zich aanpassen.
Bij het afrekenen toonden onze deelnemers over een goed stel hersens te beschikken want in het uit rekenen wat we betalen moesten waren we allemaal sneller dan de computer of lag dit aan de hers van de serveerster?

Team 1 ( Steven, Lizette, Gerrit en Paul ) kwam als winnaar uit de bus en mag zich een jaar lang Pitch en Putt master van Galathea noemen.

Groet,

Nico

Pitch en Putt in Diepenheim.

Ons jaarlijkse evenement voor de grote dag met BBQ bestond er dit jaar uit dat we zouden gaan Pitch en Putten in Diepenheim.

Om 13.45 was iedereen aanwezig voor koffie/thee en krentenwegge. Alleen het bestellen had nogal wat voeten in de aarde omdat onze serveerster alles wel  kon onthouden. Boven de vijf werd het echter moeilijker.
Als je dan ook nog elf telt terwijl we maar met tien waren wordt het wel heel erg moeilijk.
Als dan ook nog een keer blijkt dat we later toch met elf zijn is de verwarring heel erg groot.
En op dat moment hadden we nog geen bal geslagen.

Na enige uitleg door onze gastheer konden we dan de baan op. Of liever gezegd werden we losgelaten om van de rust te genieten zoals het in de regels stond.
Een enkele deelnemer van Galathea speelde met een handicap zoals dat bij deze sport heet.
Volgens team 1 was het Steven Trip die met de grootste handicap speelde want toen we er aan kwamen lopen sloeg Steven 4 keer over de extra kleine golfbal (handicap) alvorens dat ding ver voorbij de vlag te jassen (fore).

Langzaam maar zeker draaiden de 3 teams van Galathea warm en ging het aantal slagen om het balletje in de hole te krijgen omlaag. Zo scoorde Arjan Koppelman een hole in twee. En Stefanie had bijna een hole in one. Tenminste ze raakte de paal, er hing weliswaar geen vlag aan, de bal vloog door het net.  Het andere team kon net bukken anders had Stefanie een hole in one (off  them) geslagen. Hilariteit alom dus. En Wim Boks had best mee kunnen gaan want je kon onderweg ook nog vissen zoals Eric het deed. Op sommige greens hadden ze trouwens het randje om de hole omhhog laten lopen, want daar bleef het balletje verdacht vaak liggen of hij vloog er net langs heen of er zo weer uit.
Pitch en Putten saai, vergeet het maar als je met Galathea de baan op gaat. Dan blijkt pas hoe veelzijdig deze sport is en hoe snel Galatheanen zich aanpassen.
Bij het afrekenen toonden onze deelnemers over een goed stel hersens te beschikken want in het uit rekenen wat we betalen moesten waren we allemaal sneller dan de computer of lag dit aan de hers van de serveerster?

Team 1 ( Steven, Lizette, Gerrit en Paul ) kwam als winnaar uit de bus en mag zich een jaar lang Pitch en Putt master van Galathea noemen.

Groet,

Nico

 

Al een hele tijd was het een wens van Dirk Jan, Kees en mij om te duiken op de wrakken in Scapa Flow in Schotland. Het kwam er steeds niet van. Dirk Jan was hier al eens geweest samen met Levi Meulensteen, bij wie hij zijn technische duikopleiding had gedaan. Dit jaar zou Levi weer gaan en wij hadden de mogelijkheid om mee te gaan. We zouden per boot gaan, zodat je dan je eigen uitrusting mee kunt nemen. Tevens zouden er nog twee andere duikers mee gaan, zodat we met ons zessen waren. 14 juni zouden we vertrekken. Voor het zo ver was konden we onze skills nog eens flink oefenen, vele malen de decoboei oplaten, gasswitsch on the fly maken, op diepte oefenen in Egypte en nog een diepe duik in Nordhausen met stage en de nodige wissels. We waren er klaar voor.

Samen met Kees reed ik naar IJmuiden. Dirk Jan haalde Inti eerst op in Utrecht en Levi en Michael kwamen vanuit Don Bosch naar IJmuiden. Vanuit IJmuiden was het 15 uur varen naar Newcastle. Op de boot konden we slapen en ’s morgens om half tien waren we in Engeland. Dan met de auto naar Aberdeen en vervolgens weer met de boot naar Kirkwall, waar we om 11 uur ’s avonds aankwamen. Toen was het nog een half uur rijden naar Stromness, waar in de haven onze duikboot “Karin” lag.

De volgende morgen kwam onze schipper en technisch duiker John. Na de kennismaking doken we op de SMS Karlsruhe, een kleine oorlogsboot. Deze lag op een diepte van 25 meter. Prachtig om even in te duiken. Tussen de middag bezochten we een zeevaartmuseum en kregen een lunch aan boord. De tweede duik maakten we op de F2 en YE 21 een oorlogsschip van 80 meter lang.

Inmiddels kwam het gesprek regelmatig op de twee vermiste Nederlandse duikers. John, onze schipper, was hier erg mee bezig omdat er maar even is gezocht vanwege beperkingen op duiktijden en duikdiepte. Wij hebben met z’n allen onze diensten aangeboden voor eventuele hulp bij een zoekactie.

De volgende morgen doken we eerst op de bijna 40 meter diepte Kroonprins Wilhelm. Dit wrak was bijna 200 meter lang. De echte serieuze duiken waren begonnen.

Na de lunch gingen we duiken op de Brummer, meer dan 150 meter lang. Hier hadden de twee vermiste duikers het laatst gedoken. In de briefing vroeg schipper John of we deze duik aan konden. Het was natuurlijk mogelijk dat we de duikers zouden vinden. Niemand twijfelde. Levi en Michael zouden door het wrak duiken. Dirk Jan en Inti binnen aan de voorkant en Kees en ik aan de buitenkant om het oorlogswrak. Omdat de stroming haaks op de zijkant stond, was er een mogelijkheid, dat de twee vermisten terug zouden drijven tegen het wrak aan. Geen van ons heeft iets gezien of gevonden.

John had inmiddels ook een vriend ingeschakeld met een boot die was uitgerust met een Side Scan Sonar. Deze boot zagen we rondom de Brummer varen en was bezig de bodem te scannen. John vertelde dat ze iets hadden gevonden en het op de computer zouden uitwerken, maar dat het wel iets was om op te duiken.

Dinsdag doken we op de SMS Cöln. Een inmens groot wrak van meer dan 200 meter, dat behoorlijk was geraakt. Tijdens de duik werd het ons al duidelijk staal – staal – staal.

De tweede duik was op het blockship de Tabarka. Deze boten waren afgezonken in de ingang van de baai om onderzeeboten tegen te houden. Omdat het daar nauwer wordt, staat er een gigantische stroming. We zijn door het schip gedoken. Erg nauw, maar heel mooi. Toen we uit het wrak kwamen werden we letterlijk door de stroming weggeblazen.

De volgende dag zouden we bij de Brummer een zoekpatroon zwemmen, maar het liep anders. John had op de computer alles uitvergroot van de scan en de juiste coördinaten erbij gevonden. We vaarden naar die plek. Daar werd een boei met een stuk ijzer aan de onderkant  uitgeworpen naar 38 meter diepte. Levi en Michael zouden eerst naar beneden gaan om te zoeken. Als ze iets hadden gevonden zouden ze een gele boei oplaten. Gespannen, maar vastberaden gingen ze naar beneden. Voor ons was het wachten, maar na ongeveer 15 minuten kwam er een gele boei boven. Het was zeker, er was iets gevonden. Toen ze later, na hun stops, boven kwamen stak Levi twee vingers op. Gelukkig, alle twee gevonden. Verdriet en opluchting gingen samen.

Wij hebben toen vervolgens alsnog een duik op het wrak gemaakt. Ondertussen heeft John de autoriteiten gewaarschuwd en kreeg hij te horen dat er niet meer op de Brummer gedoken mocht worden.

’s Middags hebben we een rustig duikje met Nitrox op de Karlsruhe gemaakt. En weer staal – staal – staal.

Donderdags zouden we een duik op de Markgraf maken. Dit wrak ligt op 45 meter diepte en dus lieten we een Trimix mengsel vullen. Echter, de meesten hadden geen zin om te duiken, dus doken Kees en ik alleen.  Op dit wrak zaten veel kongeralen en heel veel kreeften met lange poten. Dit was het mooiste wrak.

’s Middags hebben we niet gedoken, maar het eiland bezichtigd. Zodoende zagen we ook nog iets van Schotland boven water.

Vrijdag, de laatste dag alweer, gingen we een diepe Trimix duik maken naar de Strathgarry. Deze ligt op bijna 60 meter. Het is een kleine boot van ongeveer 35 meter lang. Er zat heel veel vis en kreeft op. Na een vrij lange decostop zat onze duikvakantie erop.

Terug in Stromness gingen we gelijk inpakken en kon de terugreis beginnen. Zondagmorgen om 11.00 uur waren we weer in IJmuiden.

Het is een onvergetelijke duiktrip geworden, met veel mooie duiken en een aantal nieuwe

duikvrienden. Met dank aan Tiki-Tecdiving.

Jan Westerink
Juni 2013

 

Scapa Flow the movie by Dive junkie

Al een hele tijd was het een wens van Dirk Jan, Kees en mij om te duiken op de wrakken in Scapa Flow in Schotland. Het kwam er steeds niet van. Dirk Jan was hier al eens geweest samen met Levi Meulensteen, bij wie hij zijn technische duikopleiding had gedaan. Dit jaar zou Levi weer gaan en wij hadden de mogelijkheid om mee te gaan. We zouden per boot gaan, zodat je dan je eigen uitrusting mee kunt nemen. Tevens zouden er nog twee andere duikers mee gaan, zodat we met ons zessen waren. 14 juni zouden we vertrekken. Voor het zo ver was konden we onze skills nog eens flink oefenen, vele malen de decoboei oplaten, gasswitsch on the fly maken, op diepte oefenen in Egypte en nog een diepe duik in Nordhausen met stage en de nodige wissels. We waren er klaar voor.

Samen met Kees reed ik naar IJmuiden. Dirk Jan haalde Inti eerst op in Utrecht en Levi en Michael kwamen vanuit Don Bosch naar IJmuiden. Vanuit IJmuiden was het 15 uur varen naar Newcastle. Op de boot konden we slapen en ’s morgens om half tien waren we in Engeland. Dan met de auto naar Aberdeen en vervolgens weer met de boot naar Kirkwall, waar we om 11 uur ’s avonds aankwamen. Toen was het nog een half uur rijden naar Stromness, waar in de haven onze duikboot “Karin” lag.

De volgende morgen kwam onze schipper en technisch duiker John. Na de kennismaking doken we op de SMS Karlsruhe, een kleine oorlogsboot. Deze lag op een diepte van 25 meter. Prachtig om even in te duiken. Tussen de middag bezochten we een zeevaartmuseum en kregen een lunch aan boord. De tweede duik maakten we op de F2 en YE 21 een oorlogsschip van 80 meter lang.

Inmiddels kwam het gesprek regelmatig op de twee vermiste Nederlandse duikers. John, onze schipper, was hier erg mee bezig omdat er maar even is gezocht vanwege beperkingen op duiktijden en duikdiepte. Wij hebben met z’n allen onze diensten aangeboden voor eventuele hulp bij een zoekactie.

De volgende morgen doken we eerst op de bijna 40 meter diepte Kroonprins Wilhelm. Dit wrak was bijna 200 meter lang. De echte serieuze duiken waren begonnen.

Na de lunch gingen we duiken op de Brummer, meer dan 150 meter lang. Hier hadden de twee vermiste duikers het laatst gedoken. In de briefing vroeg schipper John of we deze duik aan konden. Het was natuurlijk mogelijk dat we de duikers zouden vinden. Niemand twijfelde. Levi en Michael zouden door het wrak duiken. Dirk Jan en Inti binnen aan de voorkant en Kees en ik aan de buitenkant om het oorlogswrak. Omdat de stroming haaks op de zijkant stond, was er een mogelijkheid, dat de twee vermisten terug zouden drijven tegen het wrak aan. Geen van ons heeft iets gezien of gevonden.

John had inmiddels ook een vriend ingeschakeld met een boot die was uitgerust met een Side Scan Sonar. Deze boot zagen we rondom de Brummer varen en was bezig de bodem te scannen. John vertelde dat ze iets hadden gevonden en het op de computer zouden uitwerken, maar dat het wel iets was om op te duiken.

Dinsdag doken we op de SMS Cöln. Een inmens groot wrak van meer dan 200 meter, dat behoorlijk was geraakt. Tijdens de duik werd het ons al duidelijk staal – staal – staal.

De tweede duik was op het blockship de Tabarka. Deze boten waren afgezonken in de ingang van de baai om onderzeeboten tegen te houden. Omdat het daar nauwer wordt, staat er een gigantische stroming. We zijn door het schip gedoken. Erg nauw, maar heel mooi. Toen we uit het wrak kwamen werden we letterlijk door de stroming weggeblazen.

De volgende dag zouden we bij de Brummer een zoekpatroon zwemmen, maar het liep anders. John had op de computer alles uitvergroot van de scan en de juiste coördinaten erbij gevonden. We vaarden naar die plek. Daar werd een boei met een stuk ijzer aan de onderkant  uitgeworpen naar 38 meter diepte. Levi en Michael zouden eerst naar beneden gaan om te zoeken. Als ze iets hadden gevonden zouden ze een gele boei oplaten. Gespannen, maar vastberaden gingen ze naar beneden. Voor ons was het wachten, maar na ongeveer 15 minuten kwam er een gele boei boven. Het was zeker, er was iets gevonden. Toen ze later, na hun stops, boven kwamen stak Levi twee vingers op. Gelukkig, alle twee gevonden. Verdriet en opluchting gingen samen.

Wij hebben toen vervolgens alsnog een duik op het wrak gemaakt. Ondertussen heeft John de autoriteiten gewaarschuwd en kreeg hij te horen dat er niet meer op de Brummer gedoken mocht worden.

’s Middags hebben we een rustig duikje met Nitrox op de Karlsruhe gemaakt. En weer staal – staal – staal.

Donderdags zouden we een duik op de Markgraf maken. Dit wrak ligt op 45 meter diepte en dus lieten we een Trimix mengsel vullen. Echter, de meesten hadden geen zin om te duiken, dus doken Kees en ik alleen.  Op dit wrak zaten veel kongeralen en heel veel kreeften met lange poten. Dit was het mooiste wrak.

’s Middags hebben we niet gedoken, maar het eiland bezichtigd. Zodoende zagen we ook nog iets van Schotland boven water.

Vrijdag, de laatste dag alweer, gingen we een diepe Trimix duik maken naar de Strathgarry. Deze ligt op bijna 60 meter. Het is een kleine boot van ongeveer 35 meter lang. Er zat heel veel vis en kreeft op. Na een vrij lange decostop zat onze duikvakantie erop.

Terug in Stromness gingen we gelijk inpakken en kon de terugreis beginnen. Zondagmorgen om 11.00 uur waren we weer in IJmuiden.

Het is een onvergetelijke duiktrip geworden, met veel mooie duiken en een aantal nieuwe

duikvrienden. Met dank aan Tiki-Tecdiving.

Jan Westerink
Juni 2013

 

640 km rijden voor twee duikjes…?????   Toch de moeite waard.

Vorig jaar zijn we met drie duikers naar de Ardennen geweest om te duiken in 2 bekende steengroeves. La Lille in Sprimont en La Gombe in Esneux. Beide liggen even ten Zuiden van Luik. Dit jaar gaan we het weer overdoen. Omdat de duikstekken op 320 km afstand liggen en we om 10.00 uur in het water willen liggen, betekent dit vroeg opstaan. Om half zes trek in de deur achter me dicht om naar Enter te gaan. Daar ontmoet ik mijn beide buddies ,Jan en Peter , en gaan we gedrieën zuidwaarts .Om 9.15 uur bereiken we met hulp van de Tom Tom het dorpje Sprimont . Enigszins verscholen ligt daar de steengroeve. Er zijn nog maar weinig duikers. We melden ons in het restaurant. Voor € 3 p.p. mogen we duiken. Wel even een lijst invullen. Ze controleren niet of we voldoende gebrevetteerd zijn. De groeve (carrière op zijn Frans) is niet groot. Zo’n 30 m bij 90 m. Wel moet je 35 m. afdalen voordat je aan het water staat.

Het is vrij stoffig, maar er zit vrij veel vis, vooral karpers en ruisvoorns. Volgens de site moet hij 28 m. diep zijn, maar dat hebben we niet gevonden. De teller stopt bij 26.5 m. Na de duik ook de hele klim weer naar boven. Er is een lift voor de flessen. Dat scheelt wel voor mannen op leeftijd. Het is middag , dus moet er gegeten worden. 
De bekende “Pave sur Pierre” smaakt weer goed net als vorig jaar. Ook op die manier kun je een grote biefstuk serveren.

Om 14.00  uur  komen we in La Gombe aan. Het is er hartstikke druk dit keer. Veel drukker dan vorig jaar.
Bij de inschrijving blijkt dat alleen groepen welkom zijn. Weliswaar vormen drie personen ook een groep, maar dit was toch te klein. Een groep Waalse duikers is bereid om ons op te nemen.

We betalen het inschrijfgeld aan de duikleidster en zo kunnen we alsnog à l`eau, ofwel het water in.
Jan verliest door de drukte op het ponton één van zijn vinnen tijdens het aantrekken. Als een duikboot zoeft deze de diepte in. Niet dwarrelend verticaal naar de bodem maar onder een hoek van 45 graden.   Dat wordt zoeken. Gelukkig is er een duiker  die ,komend uit de diepte,  de vin voorbij zag komen. Ook hier is het stoffig onder water.. We vinden een vliegtuig, een grote silo en nog wat attributen. Na 40 minuten zijn we onder het ponton belandt, waar we het water in gingen. We komen vanuit de diepte op een plateau. Daar is het 11 m. diep. We worden plotseling omsingeld door hele hordes karpers, ruisvoorns en steuren. Vooral de steuren zijn erg brutaal. Ze stoten je aan, schuren vlak langs je heen. Als je de hand uitsteekt, moet je oppassen dat deze niet in hun bek verdwijnt.

Net als in Sprimont probeer ik wat foto’s te maken met mijn simpele toestelletje uit 2001. Door het stof valt dit niet mee. Maar ook met interne flitser lukt het als je maar dicht genoeg bij kunt komen. Door de afdrukvertraging zijn de snel rondzwemmende vissen regelmatig weer (deels) buiten beeld als de foto gemaakt wordt. Maar hoe meer foto’s des te groter de kans op een treffer.

Na de duik nog een kop koffie en een broodje. Dan volgt de trip huiswaarts. Om 20.30 uur parkeer ik mijn auto weer voor de deur. Spullen uitpakken, spoelen en ophangen. Om half tien een glaasje wijn en de dag is weer herinnering.

 

640 km rijden voor twee duikjes…?????   Toch de moeite waard.

Vorig jaar zijn we met drie duikers naar de Ardennen geweest om te duiken in 2 bekende steengroeves. La Lille in Sprimont en La Gombe in Esneux. Beide liggen even ten Zuiden van Luik. Dit jaar gaan we het weer overdoen. Omdat de duikstekken op 320 km afstand liggen en we om 10.00 uur in het water willen liggen, betekent dit vroeg opstaan. Om half zes trek in de deur achter me dicht om naar Enter te gaan. Daar ontmoet ik mijn beide buddies ,Jan en Peter , en gaan we gedrieën zuidwaarts .Om 9.15 uur bereiken we met hulp van de Tom Tom het dorpje Sprimont . Enigszins verscholen ligt daar de steengroeve. Er zijn nog maar weinig duikers. We melden ons in het restaurant. Voor € 3 p.p. mogen we duiken. Wel even een lijst invullen. Ze controleren niet of we voldoende gebrevetteerd zijn. De groeve (carrière op zijn Frans) is niet groot. Zo’n 30 m bij 90 m. Wel moet je 35 m. afdalen voordat je aan het water staat.

Het is vrij stoffig, maar er zit vrij veel vis, vooral karpers en ruisvoorns. Volgens de site moet hij 28 m. diep zijn, maar dat hebben we niet gevonden. De teller stopt bij 26.5 m. Na de duik ook de hele klim weer naar boven. Er is een lift voor de flessen. Dat scheelt wel voor mannen op leeftijd. Het is middag , dus moet er gegeten worden.
De bekende “Pave sur Pierre” smaakt weer goed net als vorig jaar. Ook op die manier kun je een grote biefstuk serveren.

Om 14.00  uur  komen we in La Gombe aan. Het is er hartstikke druk dit keer. Veel drukker dan vorig jaar.
Bij de inschrijving blijkt dat alleen groepen welkom zijn. Weliswaar vormen drie personen ook een groep, maar dit was toch te klein. Een groep Waalse duikers is bereid om ons op te nemen.

We betalen het inschrijfgeld aan de duikleidster en zo kunnen we alsnog à l`eau, ofwel het water in.
Jan verliest door de drukte op het ponton één van zijn vinnen tijdens het aantrekken. Als een duikboot zoeft deze de diepte in. Niet dwarrelend verticaal naar de bodem maar onder een hoek van 45 graden.   Dat wordt zoeken. Gelukkig is er een duiker  die ,komend uit de diepte,  de vin voorbij zag komen. Ook hier is het stoffig onder water.. We vinden een vliegtuig, een grote silo en nog wat attributen. Na 40 minuten zijn we onder het ponton belandt, waar we het water in gingen. We komen vanuit de diepte op een plateau. Daar is het 11 m. diep. We worden plotseling omsingeld door hele hordes karpers, ruisvoorns en steuren. Vooral de steuren zijn erg brutaal. Ze stoten je aan, schuren vlak langs je heen. Als je de hand uitsteekt, moet je oppassen dat deze niet in hun bek verdwijnt.

Net als in Sprimont probeer ik wat foto’s te maken met mijn simpele toestelletje uit 2001. Door het stof valt dit niet mee. Maar ook met interne flitser lukt het als je maar dicht genoeg bij kunt komen. Door de afdrukvertraging zijn de snel rondzwemmende vissen regelmatig weer (deels) buiten beeld als de foto gemaakt wordt. Maar hoe meer foto’s des te groter de kans op een treffer.

Na de duik nog een kop koffie en een broodje. Dan volgt de trip huiswaarts. Om 20.30 uur parkeer ik mijn auto weer voor de deur. Spullen uitpakken, spoelen en ophangen. Om half tien een glaasje wijn en de dag is weer herinnering.

 

Psychedelische effecten tijdens de midzomernachtduik.

Onze vereniging Galathea heeft 21 juni meegewerkt aan de Midzomernachtduik in het Almelose zwembad. Dit was georganiseerd door Sportbedrijf Almelo i.s.m.” Almelo Lifestyle Event.”

De Midzomernachtduik is een initiatief van het magazine Zwembad Branche en verwijst naar het midzomernachtfeest, een bekend verschijnsel in met name de Scandinavische landen. Op deze dag viert men dat de zon niet onder gaat. Het midzomernachtfeest is eigenlijk een ode aan de zomer en voor de zwembaden een moment bij uitstek om de zomer in te luiden.

Karel, één van onze instructeurs , heeft plm. 15 duikende leden zo gek gekregen om ook mee te doen. In plaats van de gebruikelijke clubduik in de Leemslagenplas kwamen de duikers nu naar het zwembad. Sommigen al om 18.30 uur om kinderen te laten ervaren hoe het is om onder water te kunnen ademen. Op vrijdag is er rond die tijd altijd onderwaterdisco. Nu was er dus wat extra’s te beleven. Ouders en grootouders keken vanaf de kant mee en maakten foto’s.

Zelf had ik mijn camera mee voor de onderwaterfoto’s . Gerrit maakte ook filmbeelden onder water.

Als slotstuk van het buitengebeuren hebben we met alle duikers in de schemering een psychedelische sfeer geschapen onder water. Met veel luchtbellen uit je octopus en gekleurde plastic vellen kun je leuke effecten creëren.

Op deze manier kan een clubavond ook ingevuld worden.

Psychedelische effecten tijdens de midzomernachtduik.

Onze vereniging Galathea heeft 21 juni meegewerkt aan de Midzomernachtduik in het Almelose zwembad. Dit was georganiseerd door Sportbedrijf Almelo i.s.m.” Almelo Lifestyle Event.”

De Midzomernachtduik is een initiatief van het magazine Zwembad Branche en verwijst naar het midzomernachtfeest, een bekend verschijnsel in met name de Scandinavische landen. Op deze dag viert men dat de zon niet onder gaat. Het midzomernachtfeest is eigenlijk een ode aan de zomer en voor de zwembaden een moment bij uitstek om de zomer in te luiden.

Karel, één van onze instructeurs , heeft plm. 15 duikende leden zo gek gekregen om ook mee te doen. In plaats van de gebruikelijke clubduik in de Leemslagenplas kwamen de duikers nu naar het zwembad. Sommigen al om 18.30 uur om kinderen te laten ervaren hoe het is om onder water te kunnen ademen. Op vrijdag is er rond die tijd altijd onderwaterdisco. Nu was er dus wat extra’s te beleven. Ouders en grootouders keken vanaf de kant mee en maakten foto’s.

Zelf had ik mijn camera mee voor de onderwaterfoto’s . Gerrit maakte ook filmbeelden onder water.

Als slotstuk van het buitengebeuren hebben we met alle duikers in de schemering een psychedelische sfeer geschapen onder water. Met veel luchtbellen uit je octopus en gekleurde plastic vellen kun je leuke effecten creëren.

Op deze manier kan een clubavond ook ingevuld worden.

18 april was de laatste binnenwater duiken velen van jullie hadden al een voorproefje in de duiktoren te Enschede.
Vrijdag 25 April beginnen wij weer met het buitenwaterseizoen, in de leemslagenplas te Almelo.

Je wordt verwacht bij de duikleider om 19.00 en we gaan te water zo rond 19.30
Vergeet vooral je medische keuring en je logboek niet.

Tot aan de waterkant.
Kees Brugman